Geschiedenis

Clubgeschiedenis
In 1906 werd de Algemene Nederlandse Bond van Handels- en Kantoorbedienden opgericht, in de wandelgang 'De Algemene' genoemd. Een bond die zich aansloot bij het in hetzelfde jaar tot stand gekomen vakverbond NVV. Deze bond richtte zich op een sector van de beroepsbevolking die moeilijk te mobiliseren was. De bond groeide langzaam, maar in de jaren twintig had de afdeling Amsterdam toch een paar duizend leden, in de jaren dertig zelfs zo'n achtduizend.

Sporten binnen de vakbeweging 
Om de bedienden buiten de vakbeweging te houden, werden door de grote ondernemingen personeelsverenigingen opgericht, waar de employés tegen zeer gereduceerde tarieven konden sporten. De vakbond De Algemene overwoog dat het enerzijds nodig was dat groeiend aantal leden aan de bond te binden, anderzijds dat een tegenwicht diende te worden geboden tegen de personeelsverenigingen. Gekozen werd voor een soortgelijke methode als de ondernemingen hadden uitgevonden, namelijk om ook een eigen sportclub op te richten. De tennisclub was ongeveer de eerste stap op die weg. In 1927 werd de Amsterdamse Lawn Tennis Club 'De Algemene' opgericht en daarna volgden ondermeer een voetbalafdeling, korfbalclub, biljartclub en een bridgeteam. Al die clubs kwamen uit onder de naam 'De Algemene'.

Tennisbanen uit opbrengst loterij 
In 1931 bestond de bond 25 jaar en ter gelegenheid daarvan werd een grote loterij gehouden ten behoeve van een steunfonds voor Tbc-patiënten. Er was een batig saldo en daarvan werd een stuk grond gekocht aan de Oudekerkerdijk met de bedoeling daar een sportpark te bouwen voor de clubs met buitensporten. Vanaf dat moment nam de tennisafdeling een grote vlucht. Kwalitatief stelde het niet zoveel voor; geld om een trainer te engageren hadden noch de leden, noch de club. Men moest het dus zichzelf en elkaar maar leren. Maar de samenhang, de sfeer en mentaliteit waren goed en dat bleef zo tot 1940. Uit die tijd dateert onze relatie met AHC 1931 (Atletiek en Handbalclub 1931). Handbal was toen uitsluitend een veldsport, uitgeoefend door elftallen op een voetbalveld. AHC had bij de bond op het sportpark een veld gehuurd. We waren dus buren en bovendien met dezelfde mentaliteit. AHC was aangesloten bij de Nederlandse Arbeiders Sport Bond (NASB), net zo'n deel van de rode beweging als de vakbond 'De Algemene'. Net als nu waren er dubbele lidmaatschappen. Na enkele jaren, zo ongeveer 1935, kwam er ook een NASB-tennisclub die op onze banen speelde. Hun competitie beperkte zich tot ontmoetingen met de Haagse en Rotterdamse NASB-tennisclubs, want voor de NASB was toen het spelen in de 'burgerlijke' competities taboe, zowel voor handbal als voor tennis.

Rond de 2de Wereldoorlog 
De jaren 1940-1945 veroorzaakten grote veranderingen voor De Algemene. Het begon met de in alle ontspanningsgelegenheden aangebrachte bordjes 'Voor joden verboden'. Dat kwam ook aan ons sportpark te hangen. Onze club telde vrij veel joodse leden. De vakbondsgedachte leefde sterk in die kringen, mede een gevolg van de enorm sterke organisatie van de diamantbewerkers (ANDB) die overwegend uit joodse Amsterdammers bestond. De joodse leden werden dus de woestijn ingestuurd en natuurlijk waren er veel vrienden en clubgenoten die vrijwillig mee de woestijn ingingen.' Als jullie niet mee mogen spelen, stoppen wij er ook mee', was voor hen de conclusie. Anderen, even begaan met het lot van de uitgestotenen, redeneerden: wat helpt het onze joodse kameraden als wij er ook mee ophouden, hun lot wordt er niet beter door. Zij besloten hun sport voort te zetten. Een splitsing in de tennisclub, min of meer een scheiding der geesten.

De oorlog 1940-1945 bracht een splitsing in De Algemene, maar forceerde een fusie tussen twee vakbonden. Naast de NVV-bond De Algemene bestond er nog een 'neutrale' bond van handels- en kantoorbedienden, Mercurius geheten. Die bond vond het NVV, en dus De Algemene, te rood. Diverse fusiepogingen waren al stuk gelopen, maar in het najaar van 1940 dwong de bezetter tot een fusie, welke ook na 1945 is gehandhaafd. De nieuwe naam werd De Algemene Bond Mercurius.

Tennissen los van de vakbeweging 
Na de bevrijding besloot de vakbeweging zich uitsluitend bezig te gaan houden met echt vakbondswerk. Daardoor werd onder andere de tennisclub losgelaten als bondsactiviteit. Het gevolg was dat nu ook niet-vakbondsleden konden toetreden, wat voordien slechts sporadisch na introductie was toegestaan. Het sportpark aan de Oudekerkerdijk kwam in 1946 weer bij de bond terug maar bevond zich in een uiterst verwaarloosde toestand. Nu de tennisclub niets meer met de bond te maken had en omgekeerd, voelde de vakbond er weinig voor om hoge kosten te maken voor herstel van het park.

In het kader van vakbondsonderhandelingen was de bond in contact gekomen met de afdeling personeelszaken van Werkspoor. Daar voelde men er wel voor om het park te kopen ten behoeve van de personeelsvereniging die inmiddels niet meer diende om de werknemers uit de klauwen van de vakbeweging te houden, maar om ze aan de onderneming te binden. Werkspoor kocht het park en knapte het op. De tennisclub 'De Algemene' huurde drie banen en kon dus als huurder weer terugkeren op het oude honk.

De Algemene technisch in de lift 
Hierna brak een periode van grote bloei aan voor De Algemene, ook wat sportieve resultaten betreft. Één van de leden had zich dusdanig technisch laten scholen, dat hij met groot succes als onbezoldigd trainer van de jonge leden kon fungeren. Vervolgens kwam er ook een 'echte' trainer en alles bij elkaar mochten de prestaties van De Algemene er zijn. Het was een mooie tijd, daar aan de Amstel. Er bleef toch steeds wat hangen van die oude sfeer van 'bondsmakkers', ook al was De Algemene een onafhankelijke club geworden. Ook het feit dat AHC met zijn specifieke inslag op het park bleef spelen en er bij de tennisclub Werkspoor uiteraard nogal wat leden bij een vakbond waren aangesloten, gaf het verblijf op het park een toets van verbondenheid. 
Een nadeel van ons verre verblijf aan de Amstel en van onze afkomst was, dat de aanwas van jonge leden uitsluitend werd verkregen uit 'eigen teelt'. Het ledenbestand verouderde. Het sociale aspect van de oude vriendenkring werd voor velen net zo belangrijk of belangrijker dan de sportbeoefening .

Van de Amstel naar tennisfabriek Amstelpark
De ondergang van Werkspoor was er de oorzaak van dat De Algemene van het sportpark werd verdreven. Het tennispark werd verkocht aan de personeelsvereniging van De Nederlandsche Bank. Deze liet het park geheel opknappen, waarna er geen plaats meer was voor De Algemene. Wij verhuisden naar het tennispark Van Meegeren, dat na enkele jaren werd omgedoopt in Amstelpark.

Als katten in een vreemd pakhuis voelde men zich daar de eerste jaren. Natuurlijk gaat het over; je went tenslotte aan alles en zo erg was het ook weer niet. Het ledenverlies werd door nieuwe toetredingen wel weer goedgemaakt, men begon zich er zelfs thuis te voelen. Duidelijk zal echter zijn, dat de oorspronkelijke band binnen de vereniging met het verstrijken der jaren en door de externe gebeurtenissen niet meer zo was als voorheen.

De uiteindelijke komst naar het IJsbaanpad
Op dat moment kwamen de oude banden met AHC weer in zicht. AHC had intussen een eigen sportpark verwezenlijkt en ten behoeve van tennisminnende handballers en hun familieleden ook drie tennisbanen aangelegd. Gekozen werd voor de oplossing die leidde tot de club waarvan wij nu lid zijn. De tennissende AHC-ers werden lid van de Algemene en op bestuurlijk niveau ontstond intensief contact tussen AHC en De Algemene. Van 1986 tot 1991 speelden wij op dit 'eigen' park gelegen achter Sporthal Zuid aan het IJsbaanpad.

Wijziging in het bestemmingsplan betekende echter een voortijdige ondergang van dit onderkomen. Met ingang van 1992 zijn wij, wederom samen met AHC, van start gegaan op onze huidige accommodatie, gelegen aan het IJsbaanpad, nummer 45. Op dit terrein, slechts een paar honderd meter verwijderd van onze oude accommodatie, waren in het verleden de ijsbaan en een camping gehuisvest.